Survival

Zondagochtend, 8 uur, het regent. Ik draai mij nog een keertje om in de mand. Hou niet van regen. Baasje is zoals gewoonlijk vroeg uit de veren. Er wordt van alles in tassen gegooid. Handdoeken, schoenen en schone kleding, een voerbak, voer, riemen en nog veel meer. Ik ontkom niet aan een vroege ochtendwandeling om daarna in de achterbak van de auto te belanden.
“Vandaag zie je Drops vrienden van de boxerclub en nog veel meer honden. We gaan survivallen Hannes”. Ik heb geen idee wat survivallen inhoud. Ik denk alleen maar, thuis heb ik een heerlijke mand, staat er eten en drinken voor mij klaar. Waarom rijden we in de regen?
De regen is omgeslagen in miezer als we het parkeerterrein oprijden. Auto na auto met achterkleppen open. Overal honden, in de auto, aan de trekhaak, aan riemen en aan een boom. Mijn lijfje begint te trillen. Ondanks dat ik niet van nattigheid hou, maakt een zekere opwinding van mij meester. Dan zie ik Famke, Daya en Olaf. Onmiskenbaar boxers. Dat zijn ze, dat zijn de vrienden van Drop. Mijn baasje doet een heupgordel om waar ik aan vast komt te zitten, ook mijn gewone riem wordt aangehaakt aan mijn harnas. Dubbele zekering, mijn baasje begint mij te kennen. Ik begroet Famke met al mijn enthousiasme en krijg een snauw om mijn oren. Iets te opdringerig misschien… We gaan richting de start van de survivalrun. Daar zie ik tot mijn verrassing ook nog mijn dinsdagmiddag oppas staan. Ook haar begroet ik onstuimig. Hoe leuk is dat, allemaal vrienden. En dan klinkt het startschot. Op een drafje gaan we naar de eerste hindernis. En al snel kom ik tot de ontdekking dat het tempo van mijn baasje niet gelijk is aan het tempo van mij. Ik ren wel maar mijn baasje blèèèrt over het veld “Rustig, Hannes, rustig!”. En dat is een woord wat de hele middag op verschillende toonhoogtes en volumes terug komt. “RUSTIG!”
Het eerste slootje wordt gepakt. Baasje op haar billen naar beneden glijdend en ik trek haar uit alle macht de kant weer op. Soppend in natte schoenen en modder aan haar gat hebben we nog 25 hindernissen te gaan. Ik moet er zelf nog een beetje inkomen. Mijn lange poten zijn niet echt geschikt om te kruipen onder netten door, onder zeilen en door rioolpijpen. Maar ik doe mijn best. En hoe meer hindernissen ik doe, hoe soepeler het gaat. Ik heb de smaak te pakken en het kan mij niet gek genoeg zijn of ik kruip, sluip en tijger door de modder. Het kan ook zijn dat ik moe wordt en daardoor wat makkelijker ga liggen en op mijn buik vooruit schuif. Kan… zou een mogelijkheid kunnen zijn, maar ik denk het eigenlijk niet want ik ben normaal gesproken niet stuk te krijgen.
Bij de klim en klauterhindernissen krijg ik hulp van de andere boxerbaasjes. En als dank voor hun hulp kus ik uitvoerig de natte modderige wangen. Ik hou van ze allemaal. Met ons clubje boxers houden we het tempo er goed in. Een waterig zonnetje prikt tussen de wolken door. Er is geen gemopper, geen gegrom, geen lelijke blikken, we doen gewoon waar we goed in zijn. Doordouwen.
En dan komt de gevreesde waterhindernis, waarbij mijn baasje met touwen over het water moet lopen en ik onder haar door moet zwemmen. Nu kan ik niet zwemmen, nooit geleerd, ben een beetje bang voor water dat hoger dan mijn tepeltjes klotst. Maar mijn lengte is eindelijk in mijn voordeel. Op mijn tenen kan ik het water in wandelen, rustig naast mijn baasje die slingert en wiebelt in de touwen. Met een recordtijd sta ik aan de overkant.
Het was een prachtige middag met nieuwe vrienden en veel onontdekte talenten. Wist je dat ik mij uiterst relaxed in karretjes laat rondrijden terwijl er allerlei honden om mij heen in paniek raken? Mij maak je niet gek. Thuis gekomen heb ik nog even mijn nieuwe koeienknuffel vermoord om daarna als een blok om te vallen. Mijn baasje geniet nog even na door alle filmpjes en foto’s te bekijken. Ik bekijk alleen nog maar de binnenkant van mijn ogen.
Zoals altijd weer, wat een heerlijk verhaal!