Vreemd gegaan

Zondagochtend, het is half 7. Mijn baasje staat al voor mijn neus. “Er uit, er uit, de dag gaat beginnen”. En zo sjokken we buiten voor een ommetje rond. Meestal betekent het vroege opstaan dat we iets leuks gaan doen waar we op tijd bij moeten zijn, baasje en ik. Maar na de lange wandeling en het ontbijt, zag ik geen actie om bij mij de riem opnieuw om te doen. Wel was grote baas al beneden, wat ook uitzonderlijk vroeg is voor de zondag. “Jij blijft vandaag bij de grote baas, Hannes”, zegt mijn baasje. Nou, dat is tegen dovemansoren gezegd. Ik ga waar baasje gaat, ik zit waar baasje zit en ik lig waar baasje ligt. Joined to the hip, zoals de Engelsen zeggen. Me and my shadow, is ook zo’n mooie Engelse uitspraak die heel goed van toepassing is op mijn relatie met mijn baasje. Want mijn baasje is voor mij de enige, echte baas. Al geeft grote baas nog zo’n grote brul naar mij als ik iets doe wat niet mag, ik ga stug door want hij is niet zij. Hij is niet mijn baasje. Hij woont toevallig ook in dit huis. Nee, ik heb maar één baasje en dat is zij.

Natuurlijk begroet ik iedereen even enthousiast, lomp en onbehouwen. Dat zit nou eenmaal in mij. Mijn hart is groot en ik vind iedereen even lief. Maar als het er op aan komt, heb ik alleen oog voor haar, zij is mijn alles.

En toch mocht ik niet mee vanochtend. “Nee, Hannes, je zou de boel maar op stelten zetten en dat kan echt niet op zo’n belangrijke dag.” Ik krijg een kus op mijn neus en koekjes in mijn mand en dan vertrekt ze. “Tja, Hannes, we moeten het samen rooien vandaag. Kom op, niet zitten sippen, we gaan aan de slag in de schuur. Kom mij maar een handje helpen” En zo breng ik mijn ochtend door in de schuur, in de tuin en wandel ik met mijn grote baas door het dorp. Gezellig hoor, maar niet van harte.

Tegen half 2 ‘s middags hoor ik de poort open gaan. Ik kijk om het hoekje en daar is ze weer, mijn baasje. In plaats van enthousiast op haar af te gaan, merk ik, dat er iets veranderd is. Niet aan haar kleding, haar haar of aan haar doen en laten, nee, ze lijkt compleet zichzelf maar er zit een ander geurtje aan. Ze ruikt naar… En ik snuffel aan haar kleren, aan haar handen, ik inspecteer haar schoenen en duw mijn neus tegen haar jas aan. Dan kijk ik haar aan. Nog steeds heb ik niet met mijn staart gezwaaid. Natuurlijk ben ik blij dat ze er weer is en toch… Ik zet een stapje naar achteren. Verklaar je nader want ik ruik andere honden, sterker nog, ik ruik andere boxers. Jij bent vreemd gegaan!

“Ach Hannes, je moet de groeten hebben van Ella, Olaf, Juno, Ada, Djazzy, Dommel, Borre, Daya, Aaron en Famke. De vrienden van Droppie, jouw voorganger. Ik was bij de boxerclub. Ze hadden daar wedstrijden en ik ben even gaan kijken”. Mijn verontwaardiging wordt nog groter, naar de boxerclub gaan zonder mij mee te nemen. Hoe leuk had ik het gevonden om ze allemaal te leren kennen, de vrienden van Drop.

Als we even later buiten zitten, baasje op een stoel en ik er vlak naast, fluistert baasje… “Ik heb een foto gemaakt van Famke, die kan je boven je mand hangen en binnenkort, heel binnenkort ga je haar ontmoeten. Nog maar 7 nachtjes slapen en dan ga je samen met Famke, Daya en Olaf zelf een wedstrijd lopen. Dan mag je samen met haar en de anderen gaan survivallen in Ede. Hoe leuk is dat. En ondertussen mag je dromen van die prachtige witte boxer waar ook Drop zo vreselijk gek op was. Dus nog maar 7 nachtjes slapen.”

Ik heb de foto gezien van Famke. Ben als een blok voor haar gevallen. Geen idee wat survivallen is, maar met Famke wil ik wel een beschuitje eten. Doen ze dat ook bij zo’n wedstrijd?

Vergelijkbare berichten

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *