Leven en laten leven

“Leven en laten leven, Hannes. Andere dieren mogen er ook zijn.” Nou heb ik persoonlijk geen moeite met andere beesten hoor, maar soms is het wel uitdagend om in een omgeving te wonen waar van alles rond loopt, hupst en springt.

Zo heeft een buurman, twee huizen verderop, een veulentje in zijn achtertuin staan. Geen probleem natuurlijk want ik kom niet bij deze buurman in de tuin. Het wordt uitdagender als dagelijks het veulentje even een rondje door de straat loopt. Met interesse volg ik de hoeven op de straat en kijk ik naar de zwaaiende paardenstaart.

Eigenlijk kom ik dagelijks paarden tegen. Op het strand, in de duinen, voor een wagen gespannen of gewoon lopend aan een lijntje zoals ik ook vast zit. Ik mag er niet achteraan jagen en moet ze vooral negeren, zegt mijn baasje. Dat lukt vrij aardig hoewel ik soms wel even mijn neus in een lekkere flats duw. Mmmmm.

In mijn straat wonen geen andere honden. Toch kom ik met regelmaat trouwe viervoeters tegen. Geen probleem als we allemaal los lopen. Loop ik aan de riem, dan wil ik nog wel eens een poging doen mijn baasje omver te trekken want ja, vriendjes die voorbij lopen, daar moet ik toch mee spelen?

Katten, totaal niet interessant. Ben ik mee opgegroeid, heb ik diep respect voor en laat ik dus ook met rust. Dit tot grote blijdschap van mijn baasje want die heeft al een extra uitgerekte arm van mij gekregen vanwege al die hondenvriendjes die ik om de haverklap tegen kom.

Konijnen en hazen, die zijn mij te snel. Vaak zie ik ze niet eens in het weiland en als ze toevallig voor mijn neus hupsen, dan word ik er niet koud of warm van. Nee, je kan mij niet beschuldigen van enige vorm van jachtinstinct. Ik heb mijn vlees liever gewoon in mijn voerbak liggen, aangeleverd door het baasje.

Muizen en ratten schieten nog wel eens over het fietspad, als ik op weg ben naar het werk. Voordat ik knipper met mijn ogen zijn die dingen al weer in het hoge gras verdwenen.

De dieren op de kinderboerderij, zelfs daar ben ik niet van onder de indruk. De schapen, de geiten, de emoe’s, ik laat alles keurig in de wei en loop eraan voorbij. Soms sta ik even neus aan neus met een lama maar ja, er zit een hek tussen dus laat maar. Niet interessant.

Deze zondagochtend liep ik een rondje in de naburige wijk. Lekker op mijn gemakje rook ik aan elk sprietje gras en snoof ik de geurtjes van andere honden op. Ik had net een lekker plekje uitgekozen om mijn grote boodschap te doen, toen er een pluizig wezentje uit het gras op nog geen 5 meter bij mij vandaan richting een bruggetje liep. Het leek een beetje op een eekhoorn maar totaal niet schichtig. Op zijn gemakje keek hij naar mij. Van schrik trok ik mijn keuteltje in. Dan maar geen behoefte doen, want pottenkijkers, daar hou ik niet zo van. En zeker geen pottenkijkers waarvan ik niet weet wat ik er mee aan moet.

“Leven en laten leven, Hannes” mompelt mijn baasje als ik pogingen doe om op onderzoek uit te gaan. “En niet zo trekken, want nog even en ik schraap met mijn knokkels over de grond.”

Dus wie weet wat dit harig beestje is geweest? Een bunzing, een marter, een fret? Ik ga het voorlopig maar uit de weg.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *