De omgekeerde wereld

Mijn baasje heeft een tijdschrift gekocht waar nieuwe inzichten staan over honden. Aandachtig zit ze te lezen. Eerste hoofdstuk: Hoe de hond werd gedomesticeerd.
En ja… daar gaat het al fout. Wie zegt dat wij, honden, ons hebben aangepast hebben aan de mens? Wie zegt dat wij steeds dichterbij kwamen en dat wij onderdanig werden en ons afhankelijk hebben opgesteld ten opzichte van de mens?
Ik denk dat het de omgekeerde wereld is. Het is de mens die zich heeft aangepast aan de hond. Kijk nou eens naar mijn baasje. Ik heb haar goed getraind. Drie keer per dag een maaltijd en ik hoef er niets voor te doen. Ze gooit het gewoon in mijn bakkie. Goed geregeld toch. En mijn water wordt elke dag ververst. Is het op, dan zet ik mijn poot in de bak. Wie springt er dan op om er water in te doen? Mijn baasje.
Andersom zie ik het nog niet gebeuren. Ik geef mijn baasje geen eten, sterker nog, ik jat het onder haar neus vandaan als ik de kans krijg. Water brengen? Dacht het niet, ik trek haar wel de sloot in als ze niet stevig in haar schoenen staat, maar dat is toch anders. Nee, ik ben niet afhankelijk van haar, zij is volledig afhankelijk van mij.
Als ze niet die tien kilometer per dag met mij zou lopen, zou ze uitgroeien tot een waggelende cupcake. Al die kilo’s zouden eraan vliegen als ik haar niet in bewegen zou houden door te rennen, te vliegen en haar uit te dagen. Nee, ze is volledig afhankelijk van mij.
Een volgende hoofdstuk in het magazine gaat over braaf zijn, dat zou een evolutionair voordeel zijn. Omdat de mens ons heeft afgericht zijn wij nu een braaf huisdier.
Nou, laat ik dan even stellen dat de evolutie mij heeft overgeslagen. Hoe zo braaf? Hoe zo zou ik moeten luisteren? Hoezo?
Neem nou die nieuwe tuin die de baasjes voor mij hebben aangelegd. Geen stenen meer maar een grindpad met grote vlakken zwarte aarde met planten erin. Precies zoals ik het wilde. De baasjes hadden goed naar mij geluisterd. Het is nu een heerlijk tuintje geworden waar ik lekker in kan zonnebaden. Mag ik toch, pot vol blommen, niet in de zwarte aarde gaan liggen. Krijg ik elke keer weer te horen “Foei, Hannes, er uit. En niet met die zwarte poten naar binnen rennen.” “Je plet de planten Hannes, zo gaat er toch nooit iets groeien”.
Nee, ik ben niet braaf, ik ben niet gedomesticeerd, maar ik heb wel hele brave baasjes, die nieuwe plantjes in de tuin zetten als ik er weer eentje heb uitgegraven. En weet je wat ik dan blaf: “Braaf!”