Blokkades

Hartje Bollenstreek woon ik. En dat is te merken. De geur van hyacinten en narcissen dringt in alle kieren en gaten van het huis. Als ik een windje laat, merken ze het niet eens meer, zo sterk is de geur. Met de bloemen volop in bloei is het ook tijd voor de Corsoweek. De borden met de wegafzettingen staan al een poosje klaar. Er wordt volop gepuzzeld hoe we uit de straat en uit de wijk moeten komen want het voordeel van in het centrum wonen, lekker dicht bij alles, heeft ook een groot nadeel. Bij elk evenement sluiten de wegen rondom ons huisje.
Het is prachtig weer dus om naar het werk te komen gaan we fietsen. Oftewel mijn baasje fietst en ik ren ernaast. De afspraak is dat ik dat twee keer in de week doe, de andere keren gaan we dan met de auto. Dus op maandag pakken we de fiets. De eerste wegafzettingen staan al op hun plek. Dinsdag, “sorry Hannes, we gaan weer fietsen”, zorgde ervoor dat we op de terugweg niet meer via het dorp konden gaan. Afgesloten. Om de boel te versieren met prachtige bloemen en welkomstbogen. Dan maar via de rondweg, die we liever niet rijden omdat het daar zo smal en druk is. Gelukkig komen we veilig aan. Woensdag, vrije dag, we keutelen in en rondom het huis en vermijden het centrum want daar is al geen doorkomen aan met zeemanskoren en fanfares. Donderdag, “Sorry Hannes, we gaan weer fietsen, want met de auto kunnen we de wijk niet meer goed uit en zeker niet meer in aan het einde van de dag.
Ik tel op mijn teentjes het aantal dagen. Ik ben niet gek, dit is al dag drie dat ik moet lopen naast de fiets. Dus ik protesteer en loop zo traag als ik kan. “Kom Hannes, we nemen de Duinweg, daar zal het nog wel rustig zijn”. Ik verhoog mijn tempo want ik ruik de konijntjes al. Halverwege de Duinweg loopt het fietspad naar beneden, weg van de gewone rijbaan. Midden op het pad staat een tractor met kiepwagen vol zand. Het ding blokkeert het hele fietspad. Aan de rechterzijde staan tegen de wagen aan grote hoge prikstruiken. Daar kunnen we niet langs. Aan de linkerkant begint direct een talud van zo’n drie meter naar beneden. Baasje en ik kijken elkaar aan. Hoe gaan we in vredesnaam langs die wagen komen? Dan steekt de bestuurder zijn kop om de hoek. “Als u via de greppel gaat, dan help ik wel de fiets omhoog trekken.”Baasje kijkt naar mij en dan naar de chauffeur. Ik stuiter ondertussen huizenhoog want elk nieuw avontuur begroet ik met enorme enthousiasme. Dan roept mijn baasje naar de man; “Ik heb een beter idee, u mag kiezen. Of u neemt de hond en baggert samen door de sloot of u neemt mijn fiets en brengt die op de goede plek, want samen gaat mij niet lukken.” De man kijkt haar aan of hij water ziet branden. Dan zet mijn baasje kordaat de fiets op de standaard. “Kom op Hannes, we gaan ervoor.” Dat laat ik mij geen twee keer zeggen en met een enorme sprong duik ik de greppel in, mijn baasje achter mij aan trekkend. Dwars door de sloot, langs de wagen en dan het talud weer op. De helling is steil maar met grote poten ben ik zo boven, compleet mijn baasje negerend die op haar knieën in het gras ligt. Achter haar zwoegt de chauffeur met haar fiets.
Als alles en iedereen weer boven is, is er inmiddels een opstopping ontstaan van scholieren en dames die ook via de greppel om de wagen heen moeten. Mijn baasje klopt haar kleding schoon. Ik sta weer klaar om te gaan rennen, alleen de fiets moet nog ontdaan worden van de nodige groene grasversieringen. “Dank,” mompelt mijn baasje richting de chauffeur. “Ik denk dat je nog wel even bezig bent gezien de rij van dames…”
Op de terugweg is er in het dorp geen doorkomen meer aan. We lopen het laatste stuk naar huis. Nog 1 dagje werken, nog 1 dagje wegversperring. “Hannes, ik heb besloten om morgen niet te fietsen. Het is geen doen en voor jou teveel. Overal de wegversperringen en is het niet de weg in het dorp geblokkeerd dan is het wel het fietspad waar we niet door kunnen. Ik kijk naar mijn baasje… extra vrije dag? Zou ik niet erg vinden, baasje. Lekker uitslapen en niks doen. “Nee Hannes, morgen gaan we lopen, zowel heen als terug, dus extra vroeg op en je wandelschoenen aan.
Je wil niet weten hoe laat de wekker ging en hoe laat we pas thuis waren na een volle werkdag. Het corso… kon mij gestolen worden, ik heb er dwars doorheen geslapen…