Bijzonder

Vier eerdere boxers hebben mijn baasjes gehad. En alle vier mochten ze niet op de bank. Ze waren streng en strikt, mijn baasjes. De plek voor de hond was op de grond. En er werden geen uitzonderingen gemaakt. En nu ben ik er, Hannes, en ik, ik ben bijzonder. Niet dat ik op de bank mag. Alhoewel ik het wel steeds probeer, maar waar alle andere honden altijd keurig weer naar de mand werden gestuurd, hebben mijn huidige baasjes ingezien dat een mand alleen niet genoeg is voor mijn bevallige bipsje. Ik zit namelijk graag op grote hoogte. Op de bank dus, of aan de eettafel. Maar dat schijnt allemaal niet te mogen. Dus sinds een poosje heb ik mijn eigen stoel en die staat midden in de kamer. Een stoel helemaal voor mijzelf, die meedraait met de zon en door mijn baasjes keurig door de woonkamer wordt gesleept zodat ik uit het raam kan kijken.

Ja, ik ben bijzonder en voor een bijzondere hond, doe je bijzondere dingen…

Toen ik in mijn nieuwe huis kwam wonen, nam ik onder andere mijn eigen waterbak mee. Het is een anti lek bak en ik vind ‘m geweldig. De bak staat altijd op de plek waar ik ook ben. Mijn baasjes slepen hem door het hele huis heen. Want ja, ik ben bijzonder. Want eigenlijk wil ik dus niet uit andere bakken water drinken. Sloot, prima, een meertje, ook oké, de zee, niet zo verstandig maar ik doe het wel. Maar schoon water uit een andere bak dan mijn eigen waterbak…. Ehhh, dat wil ik eigen niet. En zo gebeurt het met regelmaat dat ik op het werk te weinig drink. Mijn favoriete waterbak is dan niet mee. “Zo kan het niet langer” zei de grote baas. “Als die bak nog eens stuk gaat, komt onze hond om van de dorst.” En zo begon de lange zoektocht naar een identieke waterbak, die mee kan naar het werk of voor andere gelegenheden gebruikt kan worden.

Want ja, ik ben bijzonder en voor een bijzondere hond, doe je bijzondere dingen…

Het is zaterdagochtend. Baasje en ik lopen langs de bollenvelden om een uurtje of 8. Ik loop wat te dollen aan de riem. Een beetje trekken, een beetje sjorren en veel vrolijk geklier. Het zonnetje schijnt en we zijn samen op pad. Hoe heerlijk kan een dag beginnen. Dan komen we langs een boerderijtje. Twee blaffende honden achter een hek. Ik blijf kalm, cool en onbewogen. Nee, mij krijgen ze niet gek. Ik richt mijn aandacht weer op mijn baasje en val haar lastig. Daar ben ik goed in. Fietsers, wandelaars, alles komt voorbij. Ik geef geen kik, ik blaf eigenlijk nooit. Alleen tegen de baas als ik hem of haar uitdaag.

We lopen gestaag verder, ik ruik aan de bloemetjes en de plantjes. Het wandelpad ligt wat hoger dan het afgegraven land voor de tulpen en hyacinten. De zon komt van de linkerzijde. En dan zie ik hem. En ik kan het niet helpen, een zwaar gebrom komt uit mijn keel, mijn haren gaan recht overeind staan. Ik blaf en grom en trek mijn baasje bijna de weg af de struikjes in richting die grote zwarte hond op het veld. Baasje geeft wat ruimte in de riem. Ik schiet naar voren en hol weer terug. Die brutale zwarte hond volgt mij. Als mijn staart omhoog staat, dan staat zijn staart ook omhoog. Hol ik naar links, dan holt de ander ook naar links. Hol ik naar rechts, dan kom de ander met mij mee. Ik blaf, ik grom, ik daag uit en probeer de helling af te rennen om hem te grazen te nemen. Alleen als de zon achter de bomen verdwijnt, verdwijnt ook de zwarte hond. Dan kijk ik naar de baas en laat haar zien dat ik hem heb weggejaagd. Totdat de zon weer tevoorschijn komt en het monster weer met ons mee huppelt.

“Ach Hannes, ik weet dat je een bijzondere hond bent, met bijzondere wensen en voorkeuren, maar dit slaat toch echt alles. De enige keer dat je waaks bent, aanslaat en tot de aanval overgaat is als je je eigen schaduw ziet. Kleine mafkees.”

Vergelijkbare berichten

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *