Negeren

“Wat een sulletje is die hond van jou.” Ja, dat werd zomaar tegen mijn baasje gezegd, terwijl ik op mijn werk heel druk bezig was de binnenkant van mijn ogen te bekijken. Mijn baasje schoot in de lach; “Sulletje?” Ja, hij is zo rustig, gewoon een sloom sukkeltje”, zegt de man nog een keer.

Dan komt er een collega aanlopen, waarop mijn baasje vraagt: “hé collega, zou jij met één woord Hannes willen omschrijven?” “Tuurlijk”, zegt de collega; “In één woord; Wildebras”.

Aan de tafel wordt hartelijk gelachen, want ja, tussen sukkeltje en wildebras zit wel een heel groot verschil. Maar het omschrijft wel precies wie ik ben. Er zijn momenten dat ik heel lief, rustig, braaf en gehoorzaam niemand lastig val en gewoon een keurige hond ben. Maar soms ook niet.

Zo hadden we vorig weekend visite. Omdat ik wat onstuimig ben in de begroeting mocht ik alleen in de woonkamer strak naast mijn baasje zitten. “Negeren, negeren, negeren” riep ze de hele tijd naar de visite, want als ik geen aandacht krijg, val ik vanzelf in slaap en val ik niemand lastig.

Op een gegeven moment loopt mijn baasje met de visite naar boven om het huis te laten zien. En dat is dan hét moment om mijn baasjes regels te negeren. Voordat zij boven waren, had ik al de gevulde koeken van de eettafel gejat. Van slaap naar snelle jongen, dat ben ik, Hannes.

Eén van de dingen die ik steeds beter kan is naast de fiets lopen. Het is ook wel gezellig, want ik mag overal mee naar toe. Alleen de start is altijd wat hectisch. De eerste tien minuten van het fietstochtje moet ik altijd even uitrazen. Even gek doen, springen en vooral ergens in happen. Meestal in baasjes schoenen maar sinds het mooie weer is, draagt zij sandalen en dan zet ik dus mijn hoektanden gewoon in haar blote velletje. Je snapt dat dat niet zo goed wordt ontvangen, maar baasje leert snel dus als we nu gaan fietsen, dan heeft ze een balletje aan een touwtje bij zich, wat ik dan in mijn bekkie kan houden. Met het balletje loop ik rustig, niets aan de hand.

En zo ben ik dus, het ene moment onstuimig en het andere moment een makke beer. Maar bovenal gewoon een boxer.

Deze week heb ik mijn vieze, natte, zanderige tennisbal in het oog van een argeloze voorbijganger geduwd. Lange man, met hond, in de duinen. Ik was instant verliefd op de hond, de man vond mij wel heel leuk. “We hebben thuis ook boxers gehad” en hij boog zich naar voren om mij te begroeten. “Negeren, negeren, negeren!”roept mijn baasje nog en het was al te laat, ik boorde mijn natte, zanderige tennisbal in zijn oog. “Hij leek zo rustig”, mompelde de man nog, met de nadruk op leek. “Tja, het is een boxer” mompelde mijn baasje…

Op onze vrije woensdag gingen we samen, baasje en ik, naar onze favoriete winkel, de bouwmarkt. Ondanks de sticker met verboden voor honden, ben ik van harte welkom. Dan moet ik mij wel gedragen natuurlijk. Dus bij binnenkomst loop ik keurig naast mijn baasje, neus kniehoogte, staartje omhoog. “Wil ‘ie een koekje?” roept de dame achter de servicebalie en ik zet mijn poten tegen de toonbank. Een koekje gaat er altijd in. “Wel netjes gedragen in de winkel hè! Dan krijg je straks nog een koekje van de cassiere.” Dus ik loop super netjes, ga zitten op commando en doe precies wat baasje vraagt. Dan komen we bij de kassa. Ik zit al voordat mijn baasje iets kan zeggen. Ik leg alvast een poot op de knie van de dame achter de kassa. “Tuurlijk krijg jij een koekje van mij en een aai over je bolletje, wat ben jij een lieve, zachte, goed luisterende…

En nog voor ze haar zin kon afmaken, sprong ik uit het niets op haar schoot. Ik sloeg beide voorpoten om haar nek en likte haar brillenglazen af. Klemvast had ik haar. Kom maar op met die koekjes, fluisterde ik in haar oor.

En mijn baasje mompelde met een rood hoofd; “negeren, negeren, negeren”

Vergelijkbare berichten

3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *