Wat een weer

Hagelwitte stranden deze week. Maar dan zonder palmbomen en ook niet de bijbehorende temperaturen. Nee, het was koud, guur, winderig en onder nul. Geen weer voor een boxer. Zonder ondervacht is de overgang van de kachel binnen naar min 2 buiten wel heel erg groot.

“Een gezonde hond heeft geen jas nodig Hannes”, roept mijn baasje als ze haar dikke trui aan doet met daarover heen haar winterjas, een extra sjaal, muts en wanten. De regen en de hagel slaat neer op mijn velletje. Ik loop strak naast mijn baas in de hoop nog een beetje uit de wind te blijven. Op het strand loopt geen hond, letterlijk, behalve ik. Arme drommel, denk ik bij mijzelf. Dit kan toch niet.

“Weet je Hannes, als ik je niet goed uitlaat, dan ben je op het werk zo klierig, dus gewoon even doorzetten. Wees een man, straks mag je lekker droog op je kleedje liggen.”

De baas van mij heeft makkelijk praten, met al die dikke kledingstukken aan. Ik bibber nog net niet uit mijn velletje. Op het werk aangekomen, ligt er al een dikke badhanddoek klaar. Ik word heerlijk afgedroogd. Al gauw wordt het ontbijt in mijn bak gegooid en ben ik klaar om een tukkie te doen. Nu het zo slecht weer is, heeft zelfs mijn baasje mijn stretcher meegenomen naar het werk zodat ik lekker hoog lig en geen last van de tocht heb. Ze is wel lief hoor. Soms…

In het weekend gaan we iets later naar het strand en opnieuw is het guur. Windkracht 5, 0 graden en striemende regen. Uit de erfenis heeft mijn baasje de oude regenjas van Drop gevist. Die had hij aan op de trainingen. Maar Drop was een maatje kleiner, slanker en minder lang. Ik hang in de jas. Te krap, te strak en mijn halve rug bloot. “Hannes, dit is geen gezicht. Uit dat ding en dan maar gewoon naar buiten.” En opnieuw trotseren we de kou en de nattigheid. Op het strand aangekomen zie ik het eerste lid van de Blauwe Ballen Brigade. Dat zijn de mannen die, weer of geen weer, toch de zee induiken. Ik kijk naar mijn baas met vragende ogen. Iets voor jou, grijns ik. Je hebt dan wel geen ballen maar nat ben je toch al. Want het water, vermengd met snot uit haar neus druipt over haar kin naar beneden. Even verderop zijn de beachbabes zich aan het uitkleden. Zij houden zelfs geen badpak meer aan. Ze plonsen door de golven terwijl ik uit mijn vachtje wordt geblazen.

En dan zie ik haar. Ruby. We hebben al eerder kennis gemaakt op het strand. Half boxer, half labrador. Een vrouw naar mijn hart. Ook zij geeft niet om een drupje regen. Ook zij is niet bang voor kou en wind. Ze rent naar mij toe, daagt mij uit en ik ren achter haar aan. We spreken dezelfde taal. De taal van racen, beuken en blaffen. Samen draven we over het strand. We worden warmer en warmer. Het kwijl hangt aan mijn bakkes. En dan in ene begrijp ik waarom je op zo’n koude dag toch gaat zwemmen. “De liefde laat je gloeien en verwarmen”. Samen met Ruby ren ik naar zee. Zij als zeemeermin naast de naakte dames en ik als lid van de blauwe ballen brigade naast de mannen. We plonsen en spetteren dat het een lieve lust is. De mannen en vrouwen die naast ons in de branding aan het poedelen zijn, proberen wanhopig niet in aanraking te komen met onze lange poten en vooral onze scherpe nagels. Ze schreeuwen naar ons en naar onze baasjes dat we niet in de buurt mogen komen. Maar Ruby en ik hebben alleen oog voor elkaar. We zijn spontaan verliefd en onze harten gloeien ervan.

De rest van de dag heb ik het warm gehad, diep van binnen maar ook van buiten. Die jas, laat maar zitten, regel Ruby maar en ik heb nergens last van.

Vergelijkbare berichten

  • Nou zeg…

    Grote, kleine, dik en dun. Ik kom ze allemaal tegen. Honden, in alle soorten en maten. En hun baasjes natuurlijk. Waar ik een half jaar geleden nog als een oversexte puber op alle honden afdook heb ik inmiddels door dat de meeste viervoeters een zachtere aanpak waarderen. Ik hoef er niet bovenop te klimmen, ik…

  • Blij ei

    “Hij is nog jong zeker”. Minstens 1 keer per dag wordt dit aan mijn baasje gevraagd als ze mij voorbij zien stuiven in de duinen. Baasje knikt dan bevestigd, “Heel jong, 4,5 is hij” zegt ze dan met een vette knipoog. “Hannes is in zijn tweede pubertijd en voelt zich daardoor nog heel jong”. Nou…

  • De erfenis

    In dit huishouden ben ik niet de eerste boxer. Oh nee, mijn baasjes hebben al vier andere boxers gehad. En elke boxer erft iets van de vorige. Zo heb ik van mijn voorganger Droppie zijn heerlijke stretcher geerfd. Mijn kussen ligt daar prima op. Ik heb ook allerlei andere dingen gekregen zoals een zwemvest, riemen,…

  • Blokkades

    Hartje Bollenstreek woon ik. En dat is te merken. De geur van hyacinten en narcissen dringt in alle kieren en gaten van het huis. Als ik een windje laat, merken ze het niet eens meer, zo sterk is de geur. Met de bloemen volop in bloei is het ook tijd voor de Corsoweek. De borden…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *