Terug naar school

Bijna dagelijks wordt er aan mij gevraagd; “Zo Hannes, ben je al gewend aan je nieuwe baasje?” En dan schud ik meewarig mijn hoofd en zeg; “Grote baas woont al 100 jaar samen met het baasje en die is nog steeds niet aan haar gewend…” Dus nee, dit is week vier en we leren elkaar pas net kennen. Elke dag is een ervaring, elke dag brengt iets nieuws en elke dag zijn we beiden weer verbaasd dat de dag is omgevlogen. Maar aan elkaar gewend, dat is nog echt een stap te ver. Ik snap ook wel waarom het zo langzaam gaat. Ik blaf tenslotte in het Fries en mijn baasje verstaat daar weinig van. Dus dan zit er maar 1 ding op en dat is terug naar school.

Nu praten er maar weinig mensen Fries hier aan de Zuid-Hollandse kust dus dat is al een uitdaging op zich, maar naar lang zoeken kwam ik uit bij een Katwijkse hondenschol. Plat Katwijks is namelijk ook niet te verstaan dus ik dacht, dan zitten we daar goed.

Al mijn vier voorgangers hebben met baasje getraind bij de boxerclub Utrecht. In weer en wind op dinsdagavond op het veld. Altijd koud, altijd nat. Hier in de buurt is geen boxerclub dus dat is geen optie. Ik hou ook niet van regen dus een open veld….brrrr….

Nee, deze Katwijkse school is perfect voor mij. In een loods op een industrieterrein. Lekker overdekt. Geen modder aan de pootjes, altijd droog en nooit te koud.

Bij binnenkomst is er zoveel te zien en te ruiken dat ik even ben vergeten dat ik op mijn baasje moet letten. Ik loop dan ook op een holletje door de ruimte, baasje achter mij aan slepend. “Mmmm”zegt de instructrice “hij kan nogal trekken”. En ik denk, ik trek niet, ik stimuleer mijn baasje om iets harder te lopen, het is geen zondagse markt waar je overheen slentert, huppekee, een beetje tempo.

Als baasje mijn riem los maakt, neem ik de gelegenheid om de boel even goed te inspecteren. Je weet tenslotte toch niet hoe gevaarlijk zo’n nieuwe omgeving kan zijn. Ik schiet door een tunnel, loop over randjes en besnuffel speelgoed, de koffiehoek en duik dan de snackbar in. Ergens in mijn achterhoofd hoor ik mijn naam maar ja, baasje kan toch niet weglopen dus waarom zou ik komen? En ik doe het voor haar, die inspectie, zodat zij veilig hier kan verblijven.

Als ik weer aan de riem wordt gezet, zegt die instructrice; “Misschien is een harnas beter voor Hannes dan een halsband. Hij heeft zo’n lange nek, die halsband snijdt in zijn vetplooien.” PARDON! Vetplooien! Mijn lieflijk overhangende reservevelletje is toch geen vetplooi. Die heeft mijn baasje om haar middel zitten. Maar baasje knikt en zegt; “geen probleem, Hannes heeft een harnas die prima past, we gaan wel kijken of dat beter werkt.”Dus vanaf vandaag moet ik mijn bikini aan. Toch geen gezicht voor een stoere vent als ik. Maar ja, alles beter dan een nekhernia of iets anders rampzaligs.

Dan komt de laatste oefening. Baasje had verteld dat ik bij het loslopen mij fixeer op andere honden. Ik ga dan plat op de grond liggen totdat ze dicht bij zijn en dan spring ik overeind en loop ze finaal onderste boven. Als ik ze echt geweldig vind, dan klim ik ook nog op hun rug. Wat baasje dan ook niet zo’n goed idee vindt. Ik mag ook niets …

In ieder geval, om te zien hoe ik reageer op andere honden, zet die dame zomaar een enorme grote zwarte labradorkruising in de zaal. Mijn borstel op mijn rug is zo hoog dat ik wel een ridgeback lijk. Ik sleur mijn baasje door de zaal die alle zeilen bij moet zetten om de riem in haar handen te houden. Als ik bijna bij de indringer ben om hem eens vreselijk duidelijk te maken dat dit een privéles is, en indringers niet gewenst zijn, blijkt het een opgezette pluche beest te zijn. Wat een nepperij, heb ik mij daar zo voor opgefokt. Ik heb het beest dan ook maar omgegooid en ondergekwijld. Dan is het in ieder geval duidelijk welke taal ik spreek: Boxers!

Vergelijkbare berichten

6 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *