Ingeburgerd

Wanneer ben je nou ingeburgerd in je nieuwe woonplaats, vroeg ik mij laatst af. Als je de weg een beetje kent? In het begin liep ik steevast mijn nieuwe huisje voorbij. Geen idee waar ik terecht gekomen was en of ik hier voor altijd zou blijven. Intussen herken ik het geluid van de poort, weet ik precies welk paadje ik moet nemen om zo snel mogelijk weer terug te gaan en herken ik zelfs het geluid van baasjes auto. Ben ik nu ingeburgerd?
Of moet ik eerst de taal onder de knie hebben. Hier in Kokkerhout spreken ze geen Fries, wel Pools, Duits en af en toe Nederlands. Gelukkig zijn twee onderdelen universeel in alle talen: schelden en glimlachen. En over het algemeen krijg ik een dikke vette glimlach, dus dat zit wel goed.
Onderdeel van het inburgeringsproces was natuurlijk de carnaval wat hier groots en meeslepend wordt gevierd. Voor een nuchtere Fries zoals ik, was dat ook even wennen. De kinderoptocht kon ik nog aan maar de grote mensenoptocht heb ik toch maar overgeslagen. Wat een herrie en gedoe. Vast leuk om te zien en mee te maken, ik heb in ieder geval ogen en oren dicht gedaan. Tijdens de carnaval kon ik ook niet door het centrum struinen. Zoveel rotzooi op de grond waaraan ik mij kon bezeren. Nee, met een grote boog ben ik om de carnavalsvierders heen gegaan. Geef mijn portie maar aan Fikkie. Ik heb overigens wel een extra kus gegeven aan de gemeentewerkers die bij dag en dauw met veegwagens aan de slag zijn gegaan om de boel weer op te frissen. Helden, die mensen!
Wat maakt nou dat ik mij hier thuis voel, dat ik hier mijn plekje heb gevonden. Misschien wel het feit dat er mensen zijn die mij herkennen in het dorp. Dat ik onverwachts “Hannes!” hoor roepen. Ik stuiter dan door de straten en wil die mensen wel opvreten, zo leuk vind ik dat. Het effect is minder grappig als ik naast de fiets ren en er komt iemand voorbij die ik ken. Dan trek ik mijn baasje bijna de sloot in, spring ik tegen de fiets op of probeer ik zo hard te trekken dat ik zelfs Max Verstappen voorbij zou gaan. Dus mocht je mij toevallig tegen komen naast de fiets, graag negeren… voor de gezondheid van mijn baasje.
Als ik er nog eens goed over nadenk, denk ik dat ik ingeburgerd ben doordat ik vrienden heb gemaakt. Vrienden die mij leuk vinden, waar ik kattenkwaad mee uit haal. Die net zo wild, lomp en energierijk spelen als ik. Odin bijvoorbeeld, de buurjongen die naast mijn werk woont. Odin is een jonge bloedhond met de nodige kilo’s. Hij is niet gek te krijgen en fungeert als boxbal in de duinen voor mij. Ik heb al een uitnodiging gekregen om een keertje te komen spelen. Dat is toch leuk.
En dan heb je Binkie, een uit de kluiten gewassen labrador van ruim 50 kilo die als een Rico Verhoeven mij alle hoeken van het strand laat zien. We hebben een gemeenschappelijke factor. In het spel zien we alleen elkaar, overige honden en eigenaren, inclusief die van onszelf worden compleet genegeerd. Luisteren, nog nooit van gehoord als we samen spelen.
En dan Klaas, ook een jonge labradormix. Of het nu op het strand is of bij het zwemmeer, we beuken elkaar vol het zand in, liggen op, onder en naast elkaar. Het voordeel van Klaas is, dat hij net als ik, zijn baasjes ramt. Ze zijn dus niet echt onder de indruk van mijn gespring en geduw.
Ben ik nu ingeburgerd? Ja, want ik heb vrienden en het allerbelangrijkst, ik heb ook een vriendin. Gewoon hier uit het dorp. Ze is prachtig, ze glanst, ze kwijlt en kan tegen een stootje. Mila, wanneer kom je weer met mij spelen? Je weet waar ik woon….
Nou ik weet wel zeker dat je goed ingeburgerd bent met zo veel vrienden.
😘🐾🐾